Dag 3
Vanmorgen om 630 opgestaan. We wilden vóór groep 8 aan tafel. Prima ontbijt en om 8 uur op pad. Nog frisjes. We rijden door Klein Zwitserland en daarna door het Müllerthal. 50 Jaar geleden reden Helmy en ik hier ook. Samen op de Puch met de plunjezak met puptentje op de tank. Ik word er een beetje weemoedig van. Je bent maar één keer jong. We zien een paar leuke campings. Mooi, maar je moet wel de weersverwachting in de gaten houden als je hier op vakantie gaat, zegt Wil. Daar hebben wij toen niet eens aan gedacht.
We willen koffie, maar er is niks. We rijden door en drinken koffie aan de Moezel. Doe ook maar een broodje, zegt Jan. Je weet niet wanneer je weer iets tegenkomt. Hij is erg benauwd dat hij een hongerklop krijgt. Ik heb er meer moeite mee om de kilo’s kwijt te raken. We zijn de Ardennen uit en volgen het fietspad langs de rivier. We steken de Moezel een aantal keer over en zijn dan weer in Luxemburg, dan in Duitsland en dan weer in Frankrijk. Het landschap is nu totaal veranderd. De hellingen langs de rivier zijn begroeid met wijngaarden tot aan de oevers. We pakken een cola met een stokbroodje in Frankrijk. Nog een stukje langs de Moezel, daarna meer in zuid-oostelijke richting door La Lorraine. Weer een ander landschap, lage heuvels met graan, mais of grasland.
Ons slaapadres in Les Etangs is erg luxe, alles nieuw. Hier komt alleen werkvolk zegt Wil. We eten bij het enige restaurant in het gehucht. Vanavond voetbal, Brazilië moet winnen!
Dag 4
Gisteravond lekker gegeten bij het enige restaurant in Les Etangs. De eigenaar spreekt een beetje Vlaams. Zijn vrouw komt uit Genk. Het terras is aan de achterkant, wel zo rustig. Een lekker flesje wijn hebben we wel verdiend. We mogen voetballen kijken, maar dat duurt nog een uur, dus nog een flesje. En bij het voetballen nog een. We praten nog wat over vroeger, over ex-vriendinnetjes. Wil houdt van specifieke vrouwelijke vormen! Om het maar eens netjes te zeggen! Wij allemaal wel, denk ik!
‘s Morgens om 7.15 ontbijt. Er zit ook een groepje triatleten. Ze gaan deelnemen aan een wedstrijd in Duitsland.
We vertrekken om 8.15. Ad wordt nog steeds gebeld, maar hij heeft wel wat bijgeleerd. Toen we naar Santiago reden werd Ad tot aan Spanje gestalkt door een klant die problemen had met het spuiten van zijn gewas. Nu laat hij rustig de telefoon overgaan. Hij kan het allemaal loslaten. Ad heeft trouwens toch een goede ontwikkeling doorgemaakt. Hij heeft gisteren een hongerklop gehad. Dat is nuttig geweest. Hij knalde tegen elke helling op alsof boven de eindstreep lag. We snappen het wel. Met zijn nieuwe superlichte Canyon met 11 versnellingen voelt hij zich als een klein kind met een waterpistool. Je moet dat uitproberen. Vandaag is hij een stuk rustiger.
We rijden door La Lorraine. De heuvels zijn langgerekt, het koren is vaak al gemaaid. De dorpjes zijn verlaten. In Harprich zien we tientallen ooievaars op palen. Na 50 km hebben we nog steeds geen koffiestop gehad. Wil kijkt op zijn navigatie. Nog 21 hellingen. Dat is slecht nieuws. Het zijn geen bergen maar met wind tegen en 10 kilo extra bagage zijn het toch venijnige klimmetjes.
Na 75 km stoppen we voor de lunch in Mittersheim, 3 Gangen voor €12. Charcuterie, een lekker stukje vlees met frietjes en kwark met blauwe bessen als toetje. We kijken wel jaloers naar een heerlijk pilsje dat voorbij komt maar we vermannen ons. Dit is wel echt Frankrijk. Het restaurantje zit vol en de mensen nemen rustig de tijd voor de lunch. We rijden verder langs het Canal du Sarre, lekker vlak. We komen bij de eerste grotere stad, Sarrebourg. En nu opletten, zegt Jan. Niet overal tussendoor schieten. We wachten rustig bij de zebra tot het licht op groen springt. Is Jan ook weer tevreden.
Na Sarrebourg krijgen we een mooi vlak fietspad tot aan Abreschviller. We naderen de donkere heuvels van Les Vosges. In Abreschviller drinken we noodgedwongen een paar pilsjes bij het station van de stoomtrein. Ons hotel is pas om 6 uur open.