Dag 11
Gisteravond heerlijk gegeten bij Margot, op advies van Enrique, onze huisbaas. Sant’Angelo Logidiano stelt niet veel voor, dus we gaan meteen slapen. Het is trouwens al half 11. We hebben een hele zolder ter beschikking compleet met keuken . Onze kamer is wel warm. We drinken eerst koffie met koekjes in ons appartement en vertrekken om 8 uur. We kopen broodjes bij de bakker en eten die op straat op. De mensen lachen ons sympathiek toe, ze zien wel dat wij een tocht aan het maken zijn. Mangiare bene, eh!
Na Maastricht is het nergens meer vlak, behalve in de Povlakte. Het lijkt wel de Noordoostpolder, alleen niet zo strak en netjes. We zien een veld met paarse bloemen. Boekwijt, zegt Ad. En dat is raaigras. Ad heeft vanmorgen een lang telefoongesprek gevoerd . In Brabant is het erg droog en iedereen wil beregenen. Maar dat gaat zomaar niet. En je kunt ook niet zomaar een nieuwe installatie bijkopen want dan betaal je 3x de hoofdprijs. Hier stroomt het water nog overvloedig door de irrigatiekanalen. De boerderijen zijn enorme complexen met grote stallen en dito woonhuizen, vaak vervallen.
Daar woonden vroeger de knechten en dienstmeiden, denk ik.
We drinken koffie in Cortemaggiore en vragen naar een computerwinkel. We hebben problemen met de Garmin, gisteravond ook al. Wil heeft er vreselijk de pest in. De eigenaar probeert ons te helpen, maar dat lukt niet, hij is er zo’n uur mee bezig en wil er niets voor hebben. We zullen een kaarsje voor hem opsteken. We rijden door naar Fidenza en lunchen daar. Wil heeft de Garmin toch weer aan de gang gekregen. Hij waardeert onze steun bij de problemen met de navigatie. We proberen via een simpelere kaart en mbv Googlemaps de route te volgen. We hebben er bijna 100 km opzitten en verlaten de Povlakte. Het begint meteen weer stevig te klimmen. We krijgen ook nog een fikse onweersbui op ons dak en na zo’n kleine 140 km bereiken we Solignano. We vinden vrij makkelijk ons slaapadres en Nadia verwelkomt ons met een koud pilsje. Ze heeft haar huis sfeervol ingericht en morgenvroeg maakt ze ontbijt voor ons klaar.
Dag 12
Nadia adviseert ons te gaan eten bij Trattoria la Stazione, een oud treinstation omgebouwd tot restaurant op 2 á 3 km van haar huis. Na 6 km bellen we haar. Ze komt aanrijden in haar blauwe Suzuki. Nog 3 km! Het oude station ziet er leuk uit, we zitten buiten naast de oude rails. We besluiten vandaag eens geen pasta te eten. Een leuk serveerstertje adviseert ons Parmigiano 30 mese, en wie kan daar nou nee op zeggen? Trouwens, met een Chianti erbij is zo’n oude brokkelkaas ook nog eens erg lekker als voorgerecht. Dit vind ik nou het leukste van de reis, zegt Jan. ‘s Middags lekker lunchen en ‘s avonds lekker eten. We doen nog een extra flesje wijn.
Ria maakt zich wel een beetje zorgen om Jan. Hij moet op tijd eten. Anders koop je gewoon zelf wat te eten, je hebt toch ook centen, heeft ze gezegd. We slapen weer prima ondanks het geluid van de weg. ‘s Morgens bakt Nadia eieren voor ons. Het ontbijt is heerlijk, alles voor de fietser met brood, kaas, ham, marmelade, yoghurt, müsli , koffie en taartjes. Nadia is een beetje raar. Ze deed me eerst denken aan iemand uit een verhaal van Roald Dahl. Haar moeder is Spaanse maar wij denken aan zigeunerbloed. Ze heeft een zoon maar is divorciato. Dat dachten wij al. Ze is deliciosamente singola. Net als we vertrekken heeft Jan een lekke band. En Ad ook. Zij hebben gisteravond het fietspad gevolgd. Nadia rijdt ons voor in haar autootje. Je kunt duidelijk merken dat ze nooit fietst. 6 Km is maar een klein stukje, maar niet tegen 10 á 13%. We zijn drijfnat als we boven komen. We nemen hartelijk afscheid, dit was weer een leuk adres. Het blijft hier klimmen, op naar de Passo di Cisa, ons hoogste punt in Italië. Wil perst er nog een sprintje uit maar we blijven netjes in zijn wiel en samen komen we boven. Wil is helemaal happy nu we weer op de track zitten. We drinken koffie op de pas en dalen af. De Appenijnen zijn ruig met eikenbomen, een heel verschil met het Comomeer met palmen. Het is hier erg dun bevolkt. Het is een berggebied net zoals de Vogezen en de dorpjes zien er armzalig uit met haveloze gele of okerkleurige gevels. Veel huizen zijn verlaten.
‘s Winters zijn sneeuwkettingen verplicht .
De wegen zijn niet zo best. Italië heeft geen geld om de wegen goed te onderhouden. Ze zitten vol scheuren, gaten en kuilen. Hoe kunnen ze nou zoiets maken, moppert Jan. We moeten een paar honderd meter omrijden omdat het fietspad afbuigt. Ja, we zitten hier niet in Nederland. In Aulla lunchen we. We nemen pasta, het is goedkoop, maar het vrouwtje had er niet bijgezegd dat ze maar één maaltijd tegelijk kon opwarmen. Door naar de kust. In Marinella nemen we nog een ijsje, nog 32 km. We vinden snel ons appartement, de eigenaar laat ons binnen. Aardige man, hij heeft een winkel verderop. Het appartement is antiek ingericht. Onze kamers zien er goed uit. We nemen eerst nog een duik in de Middellandse Zee en daarna een paar gele rakkers vanavond.
En vanmiddag 15 juli zijn de mannen geland op Eindhoven Airport. Binnenkort zijn ze te gast in het programma Beste Wilma bij Omroep Best, de datum volgt!