Nieuwe monumenten Best: Nico en Hein werkten er vroeger

Monumentale Postbodes uit Best

Nieuwe monumenten Best

Het college van B en W heeft 11 panden aangewezen als beschermd gemeentelijk monument. 1 op de Batalaan, 1 op de Bakpers en 9 in de Nieuwstraat, waaronder het oude hulppostkantoor. Postbodes Hei Van Elderen en Nico Vogels hebben daar nog gewerkt en vertellen daar verderop wat meer over.

Boerderij Armenhoef

De gemeente Best besloot in 2016 om jaarlijks zo’n vijf panden aan te wijzen die op de gemeentelijke, dan wel kerkelijke monumentenlijst worden geplaatst. Dat besluit werd genomen nadat er bijna iets mis was gegaan met boerderij Armenhoef aan de Oirschotseweg, de oudste boerderij van West-Europa. Destijds werd door de nietsvermoedende eigenaar een sloopvergunning voor de stal aangevraagd en toen de ambtenaar van de gemeente kwam kijken besloot deze laatste een historisch architect in te schakelen. Na een onderzoek bleek het pand gebouwd te zijn rond 1640! Dat was dus nog maar net goedgegaan.

Huis Naalden

De nu door de gemeente aangewezen panden hebben grote waarde op het gebied van cultuur- en architectuurhistorie en stedenbouwkunde. Zo werd Huis Naalden aan de Bakpers 9 ontworpen door monnik-architect Dom van der Laan; hij ontwierp daarnaast ook alle meubels en zelfs de kleerhangers.

Batalaan 12

De woning aan de Batalaan 12, destijds gebouwd voor een onderdirecteur van de Bata, hoort volgens de gemeente bij de fabriek en de panden die eerder al de status beschermd dorpsgezicht kregen. De huidige eigenaar heeft al een aantal zaken in “oorspronkelijke” staat teruggebracht.

Nieuwstraat Best

De huizen aan de Nieuwstraat geven goed de sfeer van de Nieuwstraat van vroeger weer. Betsie de Wert, weduwe van de directeur van boterfabriek De Beste Boter en steenfabriek De Leeuwerik liet rond 1932 de 7 huizen aan de Nieuwstraat 9 tot en met 21 bouwen. Aan de overkant, op nummer 32-34, zat vroeger het oude hulptelegraaf-, telefoon- en postkantoor.

Nico en Hein

Aan dat postkantoor hebben Nico Vogels en Hein van Elderen goede herinneringen. Zij begonnen hun carrière bij de PTT in 1955. Eerst als hulpbesteller, dan was je een soort vliegende kiep en moest je opdraven waar op dat moment iemand nodig was. Dat kon dus ook betekenen dat je ’s nachts in Eindhoven aan het werk moest, op de fiets, weer of geen weer. Maar uiteindelijk kregen ze een vaste aanstelling in Best als postbesteller.

“We zaten hier in dit pand aan de Nieuwstraat 32-34. Er was geen wc dus je moest buiten bij het PNEM-huisje een kuil graven als je naar de wc moest” lacht Hein. Hing er dan ook wc-papier buiten? “Nee, maar er waren genoeg folders van dat gladde papier!” Ze moeten er nog hartelijk om lachen.

Ook destijds waren er al uniformen voor de postbestellers. “Bij je vaste aanstelling kreeg je een heel uniform uitgereikt met alles erop en eraan”, vertelt Nico. “En vervolgens kon je voor 400 gulden per jaar kledingstukken laten vervangen. In de zomer zagen we eruit als een soort ijscoboer, in een lichtgroen pak. In de winter droegen we donkerblauwe kleding, van laken. Dat werd zó zwaar als het nat was! En je kreeg een bon voor schoenen van de Bata, om reclame te maken.”

Het overgrote deel van Best was in de tijd nog onverhard. Dus dat was ploeteren met de fiets door de drek. “Maar het kwam niet in je op om de post dan maar niet af te leveren” beweert Van Elderen. “Twee keer per dag deden we onze ronde, behalve op zaterdag.” Om te checken of de ronde wel lang genoeg was ging er regelmatig iemand mee die een fiets had met een meetinstrument erop. “Die mat dan precies hoeveel kilometer we fietsten en liepen. Als het te weinig was werd je wijk groter gemaakt. En je moest 5 km per uur halen.”

Kunstbeen afleveren

De postbodes uit die tijd deden overigens wel wat meer dan alleen de post bezorgen. “We moesten ook brieven mee terugnemen die de inwoners wilden versturen” herinnert Hein zich. “En geld uitbetalen en bedragen innen. Er was ook iemand met een kunstbeen. Als dat been terugkwam van een reparatie lag het bij het postkantoor en dan moest ik dat been gaan bezorgen.”

“In die tijd had Best nog geen straatnamen” vervolgt Nico. “De wijken hadden een letter en de woningen een nummer. C13 bijvoorbeeld. Dat was heel makkelijk. Toen er later straatnamen werden gebruikt was het verrekte moeilijk om de huizen terug te vinden. We moesten alles uit ons hoofd leren en dat viel niet mee!”

Maar liefst 40 jaar hebben ze voor de PTT gewerkt. Waar ze de beste herinnering aan hebben? ’s Morgens met alle postbestellers de post sorteren, dat was het gezelligst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leave a Comment