In 2021 wordt het nieuwe inburgeringsstelsel van kracht, waarbij de regie terug gaat naar de gemeente. Best ging, vooruitlopend daarop, een samenwerking aan met WSD, Stercollege en Vluchtelingenwerk. Tijdens een informatiebijeenkomst werden analfabete statushouders uitgenodigd deel te nemen aan het TaalDoen-project. 11 van hen meldden zich vervolgens aan.
Zij krijgen niet alleen taalles in de klas, maar lopen ook stage bij bedrijven onder begeleiding van een taalbuddy. Deze leert hen in de praktijk de specifieke “vaktaal”, naast het gewone Nederlands. Ze zijn grondig getraind in het begeleiden van hun “taalmaatjes”.
Mahmoud, één van de deelnemers aan het TaalDoen-project, kan zich al goed verstaanbaar maken. Hij loopt stage bij ’t Goed. “Ik wilde heel graag Nederlands leren want ik wil graag werken. Het helpt als ik veel oefen. Als ik met mijn buddy in de bus rondrijd leert hij me allerlei woorden”, vertelt hij. Ook de andere deelnemers vertellen dat hun zelfstandigheid is toegenomen sinds ze beter Nederlands spreken.
Naast taalles en stage worden ook allerlei workshops en excursies aangeboden. Zo is de groep al op bezoek geweest bij een statushouder die inmiddels zijn eigen bedrijf is gestart.
Een soortgelijk project in Meijerijstad liep op een teleurstelling uit. “Dat kwam met name omdat de doelen niet helder genoeg gesteld waren” aldus Edith Bakker, zij is directeur Participatie bij de WSD-groep. “In de samenwerking met de gemeente Best is dat juist wèl het geval. Daarom kunnen we nu al van een succes spreken.”
Stan van der Heijden, wethouder in Best, wil graag dat de gemeente Best de kar gaat trekken in de samenwerking met andere gemeentes op het gebied van inburgeringstrajecten. “Dit TaalDoen-project zorgt ervoor dat mensen die anders tussen de wal en het schip terecht dreigen te komen omdat de reguliere inburgering niet lukt, toch een kans krijgen om een zelfstandig bestaan op te bouwen”.