Het is geen vijf voor twaalf maar half een!
Dat blijkt wel uit het boek VerpleegThuis van Teun Toebes dat op 9 november verschijnt. Het is beslist geen romantisch, gezellig verhaal. Zo was het dan ook niet bedoeld. Teun maakt onomwonden duidelijk dat wij, met zijn allen, anders om moeten gaan met mensen die met een vorm van dementie kampen. Want gewoon maar doorsukkelen is geen optie. De kans is best groot dat je zelf in een tehuis terechtkomt en dan wil je toch niet dat “het systeem” alles voor je beslist.
4 cijferige code naar de vrijheid
Ervaren wat dat met je doet kan alleen wanneer je er zelf gaat wonen en dat is dus precies wat hij deed. Teun betrok een kamer als “bewoner” en heel bewust niet als “verpleger” omdat dat zijn beeld zou vertroebelen. Natuurlijk was hij vrij om te gaan en staan waar hij wilde: hij kende de vier cijfers van de code die de buitendeuren opent. “En toch raakte ook ik geïndoctrineerd door het systeem. Ik merkte dat ik de neiging kreeg om tekst en uitleg te geven aan het personeel, me onderdanig op te stellen. Vaak heb ik gehuild en gedacht: ik houd het niet meer vol. Hoe moet het dan wel niet zijn voor de mensen die geen vrije keus meer hebben?”
Geen eigen stem
Want mensen in een verzorgingstehuis hebben immers geen eigen stem meer. Die is overgegaan naar een wettelijk vertegenwoordiger, vaak een familielid. De bewoner zelf raakt de regie volkomen kwijt: voortaan wordt er OVER hem gepraat in plaats van MET. Teun: “Elk tehuis heeft een Cliëntenraad maar er wordt maar zelden met de cliënten gepraat. Ik vraag me steeds af: Waarom? Ik heb zoveel “waarom-vragen”! Waarom moet ineens alles anders als je in een verzorgingstehuis terechtkomt? Waarom mag er ineens van alles niet meer? Waarom wordt er ineens zo anders naar je gekeken zodra je dementieverschijnselen vertoont?”
Zijn boek is beslist geen aanklacht tegen de mensen die in zo’n tehuis werken. Verre van dat. Zij voelen een roeping om voor mensen te zorgen maar door alle protocollen is de nadruk komen te liggen op VERzorgen, is er nauwelijks tijd en ruimte meer voor kleine dingen die juist zo’n enorm verschil maken. Het nastreven van veiligheid is daar debet aan.
Veiligheid voorop
“Mensen zitten met een band vast in hun stoel, zodat ze op kunnen staan. Want dan zouden ze kunnen vallen. En vallen mag niet. Echte planten? Echte huisdieren? Vergeet het maar. In plaats daarvan staan er nepplanten en aait een bewoner een robothond. Want een gewoon huisdier is niet hygiënisch. Alle maaltijden moeten aan de haccpvoorwaarden voldoen. Op de deuren zijn stickers geplakt met een dorpsaanzicht of een foto van een bos. Daar mogen de bewoners naar kijken, maar ze mogen niet naar dat dorp toe, of naar dat bos. Dat is te gevaarlijk. Ze zitten opgesloten in een kil gebouw waar alles zo efficiënt mogelijk verloopt. Er is wel een tuin buiten, maar daar mogen ze niet zelf naar toe. Er staan hekken omheen met grote bomen om de buitenwereld zoveel mogelijk buiten te sluiten. De bewoners maken geen deel meer uit van het gewone leven.”
Systeem veranderen
En daar wringt het, volgens Toebes. “Mensen hebben geen idee hoe het er in zo’n tehuis aan toe gaat maar weten wel dat ze er zelf nooit zouden willen wonen. Voor geen prijs! Maar dan moet je toch ook niet willen dat andere mensen daar wel moeten verblijven? Geregeerd worden door een systeem dat ons 18 miljard euro per jaar kost en waarin mensen worden buitengesloten? We hebben dat systeem zelf in het leven geroepen overigens. Dus we kunnen het ook weer veranderen. Weg met al die betuttelende regels en terug naar de autonomie. Of dat nu betekent dat een bewoner bepaalt welke yoghurt hij wil dan wel lekker naar buiten gaat. En ja, daar zitten risico’s aan vast maar het leven bestaat daar nu eenmaal uit.”
VerpleegTHUIS
Een tehuis moet een thuis worden waar het geluk van de bewoners voorop staat. Met echte planten, sfeerverlichting, huisdieren, gezellige meubels en veel kleur. Gewoon in een woonwijk zodat bij wijze van spreken de avondvierdaagse gewoon door de gangen leidt. En waar de bewoners niet gezien worden als een soort aliens maar als gewone mensen, zoals jij en ik.
Het boek is vanaf 9 november verkrijgbaar in winkels en online, de prijs is 20 euro.
Ik schrijf voor de krant, voor mezelf en, als je dat wilt, ook voor jou. Al die verhalen die door jouw hoofd dwarrelen … zo opgeschreven dat je jezelf er precies in herkent. Ja! Zo bedoelde je het! Weten hoe dat werkt? Klik hier om contact met me op te nemen. Dan kunnen we het erover hebben.
Je kunt het artikel ook in de krant lezen.