Tegenwoordig staan vrouwelijke auteurs hun mannetje, maar tot de 20ste eeuw waren ze een zeldzaamheid. Ze publiceerden in het geniep of gebruikten de naam van een man. Maria van Deutekom laat in vogelvlucht schrijfsters uit de klassieke oudheid tot literaire heldinnen van nu de revue passeren.
Het gaat niet alleen over de schrijfsters zelf, maar ook over hoe vrouwenpersonages zich in de loop der jaren binnen de literatuur ontwikkeld hebben” vertelt ze. Als reactie op de opmerking dat dat best wel een beetje saai klinkt, schiet ze in de lach.
Of een heilige of een heks
“Nee joh. Het is juist heel interessant hoe die ontwikkeling is gegaan! Stel je voor: vrouwen werden vroeger als godinnen beschouwd, het ‘vrouwelijke’ werd vereerd. Maar langzaam maar zeker veranderde dat. De ‘mannelijke’ factor begon te domineren en als vrouw was je op een gegeven moment óf een heilige, óf een heks. Meer smaken waren er niet. Maar door de feministen is dat langzaam maar zeker weer veranderd. Er kwamen steeds meer verschillende types naar buiten en die vonden allemaal hun plek in de literatuur.”
In Maria’s presentatie komen dus niet alleen schrijfsters voorbij, maar ook die verschillende types. Van jonge Vestaalse maagden uit de klassieke oudheid tot literaire heldinnen van nu, zoals Vonne van der Meer en Saskia Noort. “Ik vertel over elegante dametjes, gespierde dragonders, enge heksen met punthoed, mollige lachebekje, Jeanne d’Arc, een madam in een bontjas en de liefste van alle moeders. Over schrijfsters die in het geniep publiceerden tot en met een ‘grande dame’ als Connie Palmen.”
Ga maar liever borduren
Vroeger werden vrouwelijke schrijfsters bepaald niet aangemoedigd. “Ze konden veel beter gaan handwerken of borduren, dat was minder gevaarlijk. Dat ze boeken lazen was eigenlijk al niet de bedoeling. Dus dat Betje Wolff en Aagje Deken in de 18e eeuw een boek publiceerden … dat was maar voor een zeer beperkte kring toegankelijk.”
Veel vrouwelijke auteurs schreven onder een mannelijk pseudoniem en behaalden zo grote successen. “Georg Eliot, schrijver van het boek Middlemarch is daar een mooi voorbeeld van. Het verscheen in 1871 en werd de beste Britse roman allertijden. Er is zelfs een tv-serie van gemaakt. Maar op een gegeven moment kwam Eliot uit de schrijverskast: ze bleek een vrouw te zijn. Mary Anne Evans. En zo zijn er wel meer te noemen: auteurs waarvan we dachten dat het mannen waren, maar waar een vrouw achter schuilging.”
Nog niet eens zo lang geleden was er in Nederland eigenlijk ook nog maar weinig waardering voor vrouwelijke auteurs. “Als het om de grote thema’s ging, kwam het altijd weer op Wolkers, Van ’t Reve of Mulish uit. Boeken van vrouwen werden niet eens als literatuur gezien, maar als dameslectuur. Maar daar is gelukkig verandering in gekomen. Nu winnen Connie Palmen, Heleen van Rooijen en Saskia van Noort ook allerlei prijzen.”
“Ik ben zeer onafhankelijk, maar maak even goed gewoon stamppot voor mijn man” Maria
Tijdens de presentatie leest Maria ook fragmenten voor en toont ze veel beeldmateriaal. “Ik laat het hele scala zien. Want er zijn zoveel verschillende rollen die je als vrouw kunt vervullen.
Het is jammer dat er in dit land toch nog vaak in uitersten wordt gedacht: je bent OF dit OF dat. En dat klopt natuurlijk niet. Ik ben zelf een enorm onafhankelijk type en ging, toen mijn jongste kind een jaar oud was, van alles doen. Studeren, werken, ik had dat nodig. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet ook gewoon een keer een lekkere stamppot voor mijn man kan maken omdat hij dat zo lekker vindt. Het een sluit het ander niet uit!”
Ik schrijf voor de krant, voor mezelf en, als je dat wilt, ook voor jou. Al die verhalen die door jouw hoofd dwarrelen … zo opgeschreven dat je jezelf er precies in herkent. Ja! Zo bedoelde je het! Weten hoe dat werkt? Klik hier om contact met me op te nemen. Dan kunnen we het erover hebben. Je kunt dit artikel ook in de krant lezen.